Het Nederlands nationalisme heeft zijn politieke lading verloren en is nu een onschuldig fenomeen met de oranjegekte.
Uit veel onderzoeken blijkt dat veel Nederlanders tevreden zijn over hun individuele situatie maar ontevreden over de gemeenschap. Ze missen een saamhorigheidsgevoel. Door de individualisering en de enorme groei in de welvaart en de opbouw van de verzorgingsstaat hebben we geen gemeenschap meer nodig. Daarbij komt dat de gemeenschap was gebaseerd op het nationalisme; een ideologie die in een vereniging van Europa niet meer past. Het verlies van de identiteit van de gemeenschap en de natiestaten past in het 180-jarige vissentijdperk (1960-2140). Vissen lost de identiteit op. Vissen is holistisch en vervaagt de grenzen.
Dit proces van dementeren duurt 180 jaar. De Europese eenwording stuit op veel weerstanden. De eurocrisis legt volgens econoom Dani Rodrik een trilemma bloot: de democratie, de natiestaat en euro (Rodrik noemt die de globalisering) gaan niet samen. Wie een sterke natiestaat wil en een nationale democratische politiek, moet zich afschermen van de vrije gemeenschappelijke markt; de euro delft dan het onderspit. Wie de euro wil en de natiestaat, offert de nationale democratische politiek op. Met de euro is de speelruimte voor een nationale economische politiek beperkt, de macht over de eigen schatkist gaat bij deze keuze naar een ondemocratisch Brussel. Wie de euro wil en democratische politiek, moet de natiestaat vaarwel zeggen. Alle landen worden dan ‘provincies’ in een democratisch federaal Europa. Het behoud van de euro stelt Europa voor een keuze tussen de nationale democratie of de natiestaat. Op termijn zal Vissen deze grenzen vervagen.
Met vallen en opstaan, met twee stappen vooruit en een achteruit, zullen in Europa de nationale identiteiten oplossen. Het oude volksbegrip wordt tegenwoordig al rationeel weggeredeneerd. Dé Nederlander bestaat niet, want een katholieke Nederlander zou op grond van zijn geloof zich meer verwant kunnen voelen met een katholieke Chinees dan met een protestante dorpsgenoot, of een homoseksuele Amsterdammer kan zich meer verwant voelen met een homoseksuele Nigeriaan dan met zijn buurman. De verschillen tussen bijvoorbeeld een Nederlander en een Chinees zijn geneutraliseerd met het begrip cultuur. Men spreekt niet meer over het Nederlandse volk maar over de Nederlandse cultuur (Hetzelfde ontwijkende woordgebruik paste Geert Wilders toe, door te spreken over ‘de fascistische islam’ in plaats van ‘achterlijke moslims’). Het onpersoonlijke woord ‘cultuur’ kan in veel betekennissen worden gebruikt, bijvoorbeeld dé Nederlandse gedoogcultuur, welke trouwens typisch is voor Nederland. In het verkiezingsprogramma van GroenLinks voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 stond Niemand hoeft zich geheel aan te passen aan dé Nederlandse cultuur, al is het maar omdat die niet bestaat. De begrippen volk en natie zijn geschrapt uit het politieke idioom en deze zijn vervangen door het begrip cultuur. Het volk is uiteengevallen tot de individuele burgers. Zij hebben een bepaalde nationaliteit, wonen in een bepaald gebied, spreken vaak dezelfde taal en delen hun gewoonten, normen en waarden. Deze burgers zijn steeds meer een toevallige groep individuen die rechten en plichten hebben jegens de managers in Den Haag en Brussel.
Prinses Máxima verwoordde dit uitgeklede volksidee bij haar presentatie van het rapport ‘Identificatie met Nederland’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid op 24 september 2007 als volgt: Het thema identiteit … raakt ons allemaal. Zo’n zeven jaar geleden begon mijn zoektocht naar de Nederlandse identiteit. Daarbij werd ik geholpen door tal van lieve en wijze deskundigen. Ik had het voorrecht met veel mensen kennis te maken. Heel veel te zien, te horen en te proeven van Nederland. Het was een prachtige en rijke ervaring waarvoor ik enorm dankbaar ben. Maar ‘de’ Nederlandse identiteit? Nee, die heb ik niet gevonden. Nederland is: grote ramen zonder gordijnen, zodat iedereen goed naar binnen kan kijken. Maar ook: hechten aan privacy en gezelligheid. Nederland is: één koekje bij de thee. Maar ook: enorme gastvrijheid en warmte. Nederland is: nuchterheid en beheersing. Pragmatisme. Maar ook: samen intense emoties beleven. Nederland is veel te veelzijdig om in één cliché te vatten. ‘De’ Nederlander bestaat niet. Als troost kan ik u zeggen dat ‘de’ Argentijn ook niet bestaat.
Er ging een schok door Nederland. Zelfs de Oranjeverenigingen waren verbolgen. Wat was er aan de hand? Er werd iets ontkent dat velen als een identificatie voor het zelfbeeld gebruiken. Als de Nederlandse identiteit niet bestaat, wie ben je dan nog als Nederlander? Voor wie betalen we nog belasting, waarom praten we eigenlijk nog Nederlands, waarom wordt Nederland niet een provincie van de superstaat Europa en waarvoor offeren we onze soldaten? Nederland is meer dan alleen maar een groep mensen die in hetzelfde gebied woont, dezelfde taal spreekt en dezelfde gewoonten, waarden en normen deelt. Het Nederlander zijn is een gevoel. Wie zich een Nederlander voelt, is verbonden met de Nederlandse volksziel.
De verontwaardiging is echter een oprisping van de oude sentimenten welke in het historische vissentijdperk langzaam zullen oplossen.